Deze korte gebruiksaanwijzing heeft betrekking op versie 4.0

Naar het Nederlands vertaald door Jac Vermeer (jacvermeer@online.nl)



==== ShiftN functionaliteit =====

Vooral bij architectuuropnamen vormen storende convergerende lijnen vaak een ongewenst en storend effect. Daarbij worden de zijden van het onderwerp op de foto scheef weergegeven, omdat het object en het projectieoppervlak niet evenwijdig aan elkaar liggen. Dit effect kan al bij de opname door het gebruik van een tilt-shiftobjectief worden voorkomen. Bij dit soort objectieven worden lensgroepen loodrecht op de optische as verschoven, zodat het filmoppervlak parallel aan het onderwerp kan worden uitgericht. Tilt-shiftobjectieven zijn mechanisch en optisch complexer van constructie dan standaardobjectieven, waardoor ze in vergelijking duur zijn. Bovendien bieden de gangbare consumentencamera's slechts uiterst zelden de mogelijkheid om van objectief te wisselen. De digitale fotografie en het scannen van bestaande, afgedrukte foto's openen geheel nieuwe mogelijkheden om beelden achteraf te bewerken. Hier bewijst het kleine "ShiftN" zijn kracht.

ShiftN maakt de correctie van convergerende lijnen achteraf mogelijk, waarbij in vergelijking met andere programma's een groot deel van het correctiewerk door het programma automatisch voor zijn rekening genomen wordt. In de meeste gevallen volstaat een klik op het menuonderdeel "Automatische Korrektur / Automatic Correction" om een bevredigend resultaat te bereiken. Daarbij worden zowel de effecten van convergerende lijnen als van cameraverdraaiingen automatisch gecorrigeerd.

De werkwijze van ShiftN is daarbij eerst in het beeld naar rechte lijnstukken en randen te zoeken, waarbij alleen diegenen in aanmerking worden genomen die voldoende vertikaal verlopen. Uitgaand van deze rechte lijnstukken wordt dan in een optimaliseringsproces die perspectivische afbeelding bepaald, die de beschikbare lijnstukken zo goed mogelijk parallel samenvoegt (verschuiving) en wel zo, dat ze parallel aan de beeldranden verlopen (draaiing).


=========== Opties/Instellingen ===========

Om de gedragingen van ShiftN te sturen kunnen zijn diverse parameterinstellingen mogelijk onder "Einstellungen / Options". De gebruiker kan de veranderingen veilig uitvoeren, omdat op elk moment naar de standaardwaarden teruggekeerd kan worden (Knop "Standard / Reset" in de Parameterbox).

De eerste parameter (minimale lijn lengte) geeft aan hoe lang de lijnen in het beeld minstens moeten zijn om te worden meegenomen in de bewerkingen. Een te lage instelling kan veroorzaken, dat een overwegend aandeel aan lijnen niet van gebouwen maar bijvoorbeeld van bomen, wolken of dergelijke afkomstig zijn, hetgeen de resultaten kan verslechteren. Een te hoge instelling kan er eventueel toe leiden dat er niet meer genoeg lijnen voor de correctie voor handen zijn. De instelling "0" laat het programma zelf een waarde bepalen.

De parameter "Minimaler Kontrast / Minimum line contrast" bepaalt welk contrast de lijnen ten opzichte van de achtergrond minimaal moeten hebben. Evenals bij de lengte-instelling resulteert een lage waarde ook hier in meer lijnen, maar ook meer storingen.

Onder de "Maximale Schräglage / Maximum tangential deviation" wordt de maximale hoek in graden aangegeven waaronder een lijn nog door het programma moet worden herkend als een waarschijnlijk verticale lijn. Een instelling van bijvoorbeeld 45° zou nog lijnen accepteren die diagonaal onder deze hoek lopen.

Vaak lijken architectuuropnamen natuurlijker als de perspectiefcorrectie niet voor 100% maar voor bijvoorbeeld 80% wordt toegepast. Dit is uiteindelijk een kwestie van esthetische interpretatie. In ieder geval kan de correctiegraad door een percentage in het veld "Korrekturfaktor / Amount of correction" worden ingegeven.

ShiftN voert in de standaardinstelling de perspectivische correctie zo uit, alsof er een tilt-shiftobjectief met dezelfde sterkte was gebruikt als waarmee de opname gemaakt werd. Ook dit kan bij subjectieve beschouwing tot onnatuurlijke beeldveranderingen in horizontale richting leiden, vooral bij foto's, genomen met langere brandpunten. De "Parameter für horizontale Stauchung / Parameter for horizontal resolution" bepaalt nu, of in overeenstemming met de brandpuntwaarde correct (Instelling: 0.0) of brandpuntsonafhankelijk neutraal (Instelling: 1.0) moet worden gecorrigeerd. De instelling 0.5 zou bijvoorbeeld een compromis kunnen vormen. Waarden groter dan één leiden zelfs tot een uitrekking van het beeld in horizontale richting, terwijl parameterinstellingen kleiner dan nul het resultaatbeeld nog smaller laten worden.

Naast de door de opnametechniek veroorzaakte effecten (verschuiving, draaiing) kunnen ook fouten worden verzacht, die door de cameraoptiek ontstaan. Er kan sprake zijn van "Radiale Verzeichnung / Radial distortion", die vaak bij architectuuropnamen ontstaat door het gebruik van groothoekobjectieven. Als de gebruiker daarvoor een correctie wil moet hij hier een waarde tussen min één (correctie kussenvormige vertekening) en plus één (correctie tonvormige vertekening) ingeven, die hem voor het door hem gebruikte objectief het beste toeschijnt. Denk er wel aan dat zoomobjectieven afhankelijk van de ingestelde brandpuntwaarde verschillende vertekeningen kunnen hebben.

De perspectiefcorrectie is afhankelijk van de brandpuntsafstand ("Brennweite / Focal length"). Daarom kan ook deze als parameter worden ingebracht, waarbij hier de brandpuntsafstand in millimeters in overeenstemming met het kleinbeeldequivalent moet worden opgegeven. De brandpuntsafhankelijkheid is in het resultaat te zien door beeldkrimping loodrecht op de richting van de verschuivingsrichting. Bij JPEG-afbeeldingen van bepaalde camera's probeert het programma de brandpuntslengte uit de EXIF-gegevens te halen. Als dat niet lukt en de bij de opname gebruikte brandpuntlengte niet exact bekend is, kan ze ook geschat worden. Gewoonlijk heeft men met groothoek opnamen te doen, daarom is als standaard een kleinbeeld brandpunt van 28 mm gekozen .

De berekening van de perspectiefcorrectie kan door ShiftN wezenlijk sneller verlopen als het programma hiervoor een versie van de opname met lagere resolutie gebruikt. De resolutieparameter ("Auflösungsparameter / Resolution parameter") bepaalt bij benadering de beelddiagonaal. De resolutie van het eindresultaat wordt niet beïnvloed, maar misschien wel de kwaliteit van de perspectiefcorrectie.

Als men geen automatische correctie van de camera rotatie wenst kan men de daarvoor voorziene checkbox uitschakelen. ("Drehungen automatisch ausgleichen / Try to correct rotations automatically").

Veel camera's slaan in de EXIF data de orientatiegegevens op, waarin vermeld staat met welke rotatie en hoek de foto was genomen. Daardoor kunnen de foto's gemakkelijk automatisch gecorrigeerd worden als die gegevens beschikbaar zijn. Dat doet ShiftN ook bij JPEG beelden, mits de betreffende checkbox geactiveerd is. ("EXIF Orientierungsangaben auswerten / Rely on EXIF Orientation tag"). Helaas is de betreffende EXIF informatie vaak inconsistent, vooral als de beelden al met andere software zijn bewerkt. Daarom moet deze instelling met de nodige voorzichtigheid gebruikt worden.


========= Bestandsformaten ========

Als men de correcties op een afbeelding heeft doorgevoerd en men tevreden is met het resultaat wil men dat natuurlijk ook weer als nieuwe afbeelding opslaan. ShiftN biedt daartoe een drietal bestandsformaten (JPEG, BMP en TIFF)), waaruit onder "Einstellungen, Art der Ausgabe / Options, Type of Output" gekozen kan worden.

De correctie-procedure zal ertoe leiden dat in het beeldvlak blanco gebieden ontstaan omdat de perspectivische afbeelding van het beeld geen rechthoek meer is. Daarom kan men het programma middels de checkbox "Bilder automatisch beschneiden / Trim pictures automatically" duidelijk maken dat het deze blanco gebieden moet verwijderen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat zo min mogelijk van de oordspronkelijke afbeelding verloren gaat. Niettemin kan het wel een verandering van de zijden-verhoudingen veroorzaken of belangrijke details doen verdwijnen. In die gevallen kan de gebruiker beter afzien van het automatisch bijsnijden en de gewenste uitsnede in het opmaakscherm van ShiftN met de muis bepalen. Bij markeren met rechter muistoets blijft de oorspronkelijke zijdenverhouding gehandhaafd, met de linker muistoets wordt een selectie van de gecorrigeerde afbeelding gekozen.

Voor het verrichten van perspectiefcorrecties en het verwijderen van vertekeningen moet de afbeelding opnieuw geconstrueerd worden ofwel geïnterpoleerd. Er zijn daarbij twee mogelijke opties, bilineaire of bikubische interpolatie. De bikubische maakt een nieuwe herberekening van het beeld noodzakelijk en duurt langer, maar de beeldkwaliteit van het resultaat is beter. De interpolatie-procedure lijkt erg veel op de toepassing van een low-pass filter, zodat naverscherping van het beeld het oorspronkelijke detail-contrast kan herstellen. ShiftN gebruikt hiervoor een "onscherp masker"filter zoals in veel fotobewerkingsprogramma's als Paint Shop Pro of Photoshop gebruikt wordt. Dit wordt gestuurd door een verscherpingsparameter die de factor aangeeft waarmee het detail-contrast verhoogd wordt ("Bilder schärfen / Sharpen pictures"). Bij waarde "1" vindt geen verscherping plaats, de waarde "1.3" herstelt de details van het origineel indien gebruikt met bikubische interpolatie.

Je kunt de gecorrigeerde output van ShiftN opslaan via menu "Datei, Ergebnis speichern / File, Save results". Gecorrigeerde bestanden worden altijd opgeslagen in dezelfde map als het invoerbestand, maar "_ShiftN" wordt altijd toegevoegd aan het eind van de originele bestandsnaam. Deze teksttoevoe- ging aan de bestandsnaam kan door de gebruiker worden geconfigureerd. Een leeg invoerveld leidt er wel toe dat de oorspronkelijke bestandsnaam wordt overschreven! Onder menu-optie "Datei, Speichern unter / File, Save results" heeft men vrije keus voor de naam, zonder automatische toevoeging. Bij batch-verwerking wordt een aparte directory lijst geselecteerd (zie onder). Indien het tijdstip van opname uit de EXIF-informatie bepaald kan worden kan dat als bestandsdatum voor het resultaat worden gebruikt.

In plaats van het opslaan als bestand kan de inhoud van het werkgebied of een geselecteerd deel daarvan met behulp van "Bearbeiten, Kopieren / Edit, Copy" gekopieerd worden.


========= ShiftN gebruiken ==========

Zoals eerder al vermeld is ShiftN een uitermate gemakkelijk te gebruiken programma. Na het binnenhalen van de afbeelding hoeft alleen de menuoptie "Anwenden, Automatische Korrektur / Start, Automatic correction" of de overeenkomstige knop gekozen worden en het programma voert de correctiewerkzaamheden met de vastgelegde parameterinstellingen automatisch uit. Er wordt daarbij een correctie op perspectief en draaiing (mits in de checkbox aangegeven) uitgevoerd. Met de toetsen "Page Up" en "Page Down" kan ter vergelijking tussen het originele en het gecorrigeerde beeld gewisseld worden.

Afhankelijk van de beeldinhoud kan het voorkomen dat in de berekening lijnen worden meegenomen die klaarblijkelijk geen deel uitmaken van het relevante object en het resultaat zelfs verslechteren. In dit geval heeft de gebruiker de mogelijkheid in de lijntekening van de gedetecteerde lijnen bepaalde segmenten te deactiveren (linker muistoets) of ze allemaal uit te schakelen (Delete-toets). Daarna kunnen specifieke uitgeschakelde lijnstukken weer gereactiveerd worden (rechter muistoets). Aansluitend moet met de overblijvende lijnstukken een nieuwe berekening van de perspectivische correctie worden uitgevoerd (Knop "Erneut optimieren / Re-Optimize").

Ingeval de gebruiker nog niet met het resultaat tevreden is, kan hij de correctie aanpassen en daarbij handmatig in tevoren automatisch gevonden (verdraaiing, convergentie) of ingestelde (vertekening) waarden ingrijpen. Dat gebeurt onder "Anwenden, Korrektur anpassen / Start, Adjust correction" met behulp van schuifregelaars of numerieke ingave.

Als een groot aantal afbeeldingen automatisch verwerkt moet worden kan dit in ShiftN in een batch-proces worden gedaan. Naast de specificatie van alle te verwerken bestanden kan men ook de map aangeven waar de resultaten moeten worden opgeslagen. De bestanden worden dan met de actuele parameterinstellingen verwerkt.


=== Command Line Parameters ===

Voorbeelden voor het starten van ShiftN met command line parameters:
"ShiftN.exe bestandsnaam.jpg" laadt het gevraagde bestand direct.
"ShiftN.exe bestandsnaam.jpg outputfile" laadt het bestand, bewerkt het en slaat het resultaat op onder de naam "outputfile" met standaard parameters.
"ShiftN.exe bestandsnaam.jpg outputfile M1" laadt het bestand, wacht op handmatig starten van de bewerking (M) en slaat het resultaat op met als naam "outputfile" met extensie JPEG (1).
"ShiftN.exe bestandsnaam.jpg outputfile A2" laadt het bestand, verwerkt het automatisch (A) en slaat het resultaat op met als naam "outputfile" met extensie BMP (2).
"ShiftN.exe Clipboard Clipboard A 24" haalt afbeeldingsdata van het klembord, verwerkt het automatisch (A) uitgaande van een brandpuntslengte van 24mm, en kopieert het resultaat terug naar het klembord.
Om in plaats van inlezen en wegschrijven van bestanden het klembord te gebruiken, kan ook in plaats van een bestandsnaam Clipboard geschreven worden (Let op grote/kleine letters) De derde parameter A resp. M specificeert de werkwijze na programma-aanroep, (Automatisch of Manueel), de optionele toevoeging 1 - 7 geeft aan in welk(e) bestandsforma(a)t(en) het opslaan moet gebeuren. (1: JPEG, 2: BMP, 4: TIFF). Let wel: de waarden zijn additief, dus optie 3 zou aangeven dat opties 1 en 2 geselecteerd zijn (dus zowel een JPEG als een BMP opleveren), optie 7 zou aangeven dat opties 1, 2 en 4 (1+2+4=7) geselecteerd zijn: de uitvoer bestaat uit een JPEG, een BMP en een TIFF-bestand .
Als optionele vierde parameter kan de brandpuntsafstand (35 mm-equivalent) als geheel getal aan ShiftN worden doorgegeven. Bij alle automatische modi wordt alleen een voortgangsbalk, maar geen grafische gebruikers interface getoond.

Naar het Nederlands vertaald door Jac Vermeer

 

back